De Huizenbeurs
Een onderneming van Pieter Bosma die bemiddelde in de aan- en verkoop van onroerend goed en fungeerde als assurantietussenpersoon.
Zoals alle zaken van Bosma ging ook deze op de fles. Dit keer werd Bosma privé aansprakelijk gesteld voor de schade van ruim 1 miljoen euro, zoals blijkt uit een uitspraak van het gerechtshof in Den Bosch.
Dit vonnis geeft een mooi inkijkje in de laakbare handelswijze van Bosma.
– dat, gelet op het bepaalde in art. 2:248 lid 2 BW, daarmee onweerlegbaar vaststaat dat het bestuur (Bosma) zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en dat wordt vermoed dat deze onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement;
De curator heeft in dit verband benadrukt dat De Huizenbeurs onder meer gedurende haar gehele bestaan geen loonbelasting afdroeg, geen jaarstukken opmaakte en geen deugdelijke boekhouding bijhield en dat de fiscus uiteindelijk enorme naheffingsaanslagen heeft opgelegd.
Onbehoorlijk bestuur dus, in welk geval de bestuurder privé aansprakelijk kan worden gesteld voor schulden van de vennootschap. Zijn glasharde leugenachtige verklaringen hielpen hem daarbij niet:
De curator heeft tegen dit betoog onder meer aangevoerd dat het door Bosma genoemde project hem volkomen onbekend is, dat hem daarover in het faillissement nooit iets is meegedeeld en dat de betrokkenheid van De Huizenbeurs bij dit project niet spoort met de verklaring van Bosma bij diens faillissementsverhoor ‘dat er op de datum van het faillissement geen projecten en geen opdrachten meer liepen’. De curator heeft voorts opgemerkt dat de stelling van Bosma over een niet renderende overhead waartegenover geen noemenswaardige baten stonden niet strookt met de verklaring van Bosma bij het faillissementsverhoor dat 1996, 1997 en 1998 voor De Huizenbeurs de betere jaren waren en het daarna bergafwaarts is gegaan. Het hof stelt voorop dat, naar door de curator terecht is aangevoerd, enige aanspraak van De Huizenbeurs in verband met het door Bosma gestelde project haaks staat op de verklaring van Bosma bij zijn faillissementsverhoor op 11 juli 2002 dat er op de datum van het faillissement (26 maart 2006) geen projecten meer liepen.
Waar schuldeisers naar hun geld kunnen fluiten, zorgde Bosma goed voor zichzelf. Hij onttrok geld aan de vennootschap voor privé doeleinden, onttrok auto’s aan de boedel en liet zakelijke inkomsten op zijn privérekening overmaken:
– dat door Bosma in de periode van 1 januari 1996 tot de datum faillissement blijkens de bankafschriften van De Huizenbeurs voor ten minste een bedrag van f 367.764,= aan contant geld van bank- en girorekeningen van De Huizenbeurs is opgenomen en dat over genoemde periode van die rekeningen voor ten minste een bedrag van f 866.497,23 rekeningen van Bosma privé of van aan hem geliëerde vennootschappen, zijn levenspartner […] of zijn kinderen zijn betaald;(betalingen van minder dan f 1.000,= zijn daarbij buiten beschouwing gelaten);
– dat Bosma in mei 1999 de verkoopprijs van f 350.000,= voor de vestiging Boskoop voor het na verrekening nog resterende gedeelte van f 327.599,89 op zijn privérekening heeft laten overmaken;
– dat een aantal auto’s die eigendom waren van De Huizenbeurs of geheel of grotendeels door De Huizenbeurs waren betaald (met een totale inruilwaarde van f 111.045,13) door Bosma dan wel zijn levenspartner […] zijn ingeruild ten behoeve van de aanschaf van auto’s van hen in privé.
Regelrechte fraude dus, reden waarom de FIOD/ECD op 8 oktober 2002 een inval deed bij hem thuis en de boekhouding in beslag nam.